4 december 2008

Vijver ...

Op de rand van de vijver zitten 2 mezen
toen kwam een merel en die zei: "Jullie daar, wegwezen...
het is nu mijn tijd voor een heerlijk bad,
jullie hebben die tijd nu wel lang genoeg gehad."
De mezen schrokken en vlogen links en rechts weg
en twinkeleerden naar elkaar van, zeg
nemen wij dat zo maar, nee, niet dus
en kregen daarbij hulp van die ene nog levende mus.
Ze joegen samen de merel hoog in een boom
en bliezen op de rand van de vijver gezamelijk stoom
af en ze dronken en poedelden fijn,
wat kan een vogelleven toch heerlijk zijn.

En de merel..., die keek eerst toe en vloog toen heen.
Maar een uur later zag ik hem zitten, in de vijver, op een steen
heerlijk te drinken en het nam een bad
tot de merel er dik genoeg van had.
Hij ging opnieuw heen en ik zag hem die dag niet meer,
maar ik zal ze terugzien al die vogels, de vijver trekt,
er komt zeker een volgend keer.

2 opmerkingen:

Jennie zei

Geweldig gedicht Arjan! Heel leuk om te lezen.

julienne zei

Een oase van rust
Op de rand van de vijver zitten moeder en kind
rustig en vredig goed welgezind..
Mama, wat zou ik nu graag een visje zijn,,
Want in het water te zwemmen lijkt me zo fijn.
Mama kreeg schrik en deed een pasje achteruit,
Want men weet nooit met zo’n kleine schavuit.
Het meisje bleef vragen en mama gaf toe,
maar enkel ons voetjes die laten wij toe.
De schoentje en kousjes vlogen in ’t gras,
en het meisje stak haar beentjes in de plas.
Plots hoorde de mama een luide kreet,
het meisje dacht dat een visje haar beet.
’t Was enkel een blaadje dat daar helemaal alleen,
in ’t water dobberde vlak naast haar teen.

Julienne